Hoi dagboek,
Eindelijk was de grote dag. Vandaag gingen we België binnenvallen. Dit werd mijn eerste dag dat ik echt mee mocht vechten in een oorlog. Natuurlijk had ik liever thuis gezeten, bij mijn familie. Maar als je dan toch gedwongen wordt in het leger te helpen, ga ik er maar helemaal voor. Ik hoorde het sein van de commandant, We gaan vertrekken. Nog nooit had ik zoveel spanning in me gehad. Gelukkig had ik mijn beste vriend, Thomas. We steunen elkaar veel.
Toen waren we bij de poort van België. Ik had eigenlijk geen idee wat er zou gebeuren en wie ik zou moeten neerschieten. Ik had namelijk maar gewoon een geweer en uniform gekregen. En nu sta ik hier al, op het punt om de strijd in te gaan. Opeens kwam iedereen in actie. Dus ging ik ook maar rennen. Op een gegeven moment dacht ik aan thomas. Waar zal hij zijn. Ik keek om me heen en toen zag iok hem. Hij rende ook maar wat rond en schoot af en toe op mensen. Ik sprintte naar hem toe, om bij hem te staan om hem te helpen. Maar toen ik bijna bij hem was, gebeurde er iets verschrikkelijks. Ik hoorde een knal, en mijn oren piepte. Ik zag Thomas neervallen op de harde grond. Ik rende naar hem toe en toen ik hem vast had gegrepen, zei hij nog: ”Houdt dit goed bij je, en als je het ziet krijg je hoop van mij, uit de hemel”. “Hoop om de strijd te overleven en veilig bij je familie weer terecht kan komen”. Toen viel hij doodt neer en trok lijkbleek weg. Ik wist dat ik hem niet kon meenemen. En dat ik verder moest vechten. Ik zou hem nooit kunnen begraven…
Ik moest verder gaan met vechten, voor hem. Dit was echt de zwaarste dag van mijn leven.
Nu lig ik een tent met andere mensen die het hebben overleeft. Ik kan alleen nog maar denken aan Thomas. Als ik bijna in de tranen schiet, horen we een signaal. We moeten allemaal naar buiten komen…
Waarschijnlijk is dit mijn laatste dag op aarde…
Groeten,
Johan Pimpelburg
Maak jouw eigen website met JouwWeb